top of page

Marietta Petkova brengt een muzikale ode aan haar overleden partner

Vorig jaar, in juni, verscheen in De Verdieping, de zaterdageditie van Trouw, een interview naar aanleiding van de release van de cd-single Chaconne.


Interview: Sander Becker

Na het traumatische verlies van haar partner kon pianiste Marietta Petkova maandenlang niet spelen. Nu eert ze hem met een cd-single. “Als ik thuis aan de piano zit te studeren, heb ik het gevoel dat hij meeluistert.”


Het is een bescheiden altaartje dat pianiste Marietta Petkova in haar woonkamer in Almere heeft opgericht. Bovenop een lage cd-kast, vlak naast haar Steinway-concertvleugel, heeft ze een paar symbolische voorwerpen neergezet om haar overleden geliefde te gedenken. Een houten kruisje, een Maria-icoon en een waxinelichtje in paars bergkristal. En natuurlijk een foto van Leo de Klerk, haar zielsverwant en geluidstechnicus met wie ze tien jaar van haar leven deelde. Samen namen ze twaalf cd’s op.


“Elke ochtend als ik beneden kom, steek ik een kaarsje voor hem aan”, zegt de van oorsprong Bulgaarse Petkova (53) in haar melodieuze, accentrijke Nederlands. “Het lichtje geeft een soort aanwezigheid, alsof Leo hier nog is. Als ik aan de piano zit te studeren, heb ik sterk het gevoel dat hij meeluistert. Mensen zullen wel denken dat ik gek ben, maar zo voelt het echt.”


Haar partner overleed vorig jaar op 9 september, 62 jaar oud. Een slopende longziekte, een vorm van COPD, ontnam hem de laatste drie jaar de adem. Lopen ging op den duur nauwelijks meer. Door de aandoening kwam er ook een eind aan zijn carrière als geluidstechnicus. Met zijn zelf opgerichte Bloomline Studio had De Klerk talloze cd-opnames gemaakt van gerenommeerde artiesten en gezelschappen: de Nederlandse Bachvereniging en het Nederlands Blazersensemble bijvoorbeeld, en dus ook zijn eigen geliefde.


Nu draait Petkova de rollen om: ze heeft hém op cd gezet. Begin deze maand bracht ze Chaconne uit, een cd-single met een vijf minuten durende pianocompositie van haar geliefde, uitgevoerd door haarzelf. Het is een zwierig, walsachtig werk waarin Bach, Chopin, Satie en Rachmaninov om beurten hun opwachting maken.


“De cd is een ode aan Leo”, licht ze toe. “Hij was bekend als Tonmeister [geluidstechnicus, red.], producer, audio-engineer en ontwerper van luidsprekers. Maar in zijn hart is hij altijd vooral musicus gebleven. Hij zat het liefst achter de vleugel om te improviseren en andere mensen te begeleiden. Hij componeerde ook. Op het conservatorium had hij er lessen in gevolgd. Die kant van hem wil ik met deze cd-single eren. Zo maak ik zijn nagedachtenis compleet.”


Strijd om een pianokruk

De pianiste wil zielsgraag over haar overleden partner praten. “Zo geef ik zuurstof aan mijn pijn”, zegt ze. Tijdens het gesprek vallen geregeld tranen. “Misschien zal de pijn ooit verzachten, maar zover ben ik nog niet.”


Vanaf hun allereerste ontmoeting, in 2006, was het de muziek die hen verbond. Petkova krijgt pretoogjes als ze erover vertelt. Ze moest invallen voor een cd-opname met mezzosopraan Tania Kross, die de barokke Arie Antiche zong. De Klerk leidde de opname. In eerste instantie was Petkova helemaal niet zo gecharmeerd van de technicus. Ze kregen zelfs onenigheid over de pianokruk, een hypermodern ding. Zíj vond de kruk te beweeglijk, híj vond dat ze het er maar mee moest doen. Afijn, zij won: ze kreeg een andere kruk.


“Leo kwam op mij over als een sterke persoonlijkheid, een zeer uitgesproken iemand”, herinnert Petkova zich. “Maar goed, dat ben ik ook!” Schaterlach. “Pas later tijdens de opname merkte ik dat hij heel gevoelig was voor mijn muzikale aanpak. Ik gaf de piano een dragende rol, niet alleen een dienende. Naast de zang liet ik ook de piano een verhaal vertellen. Dat was voor Leo een openbaring. Hij verwelkomde het en werd mijn muzikale medestander.”

Fotografie Maartje Geels


Later die dag bleven ze met z’n tweeën in de studio achter, want voor de cd zouden ze ook twee Bach-solostukken opnemen: het stemmige Adagio uit de Toccata in C (BWV 564) en de Prelude in b (BWV 855a), in de romantische bewerkingen van respectievelijk Busoni en Siloti. De muziek raakte De Klerk diep. Als tiener had hij veel orgel gespeeld. Bach zat daardoor diep in zijn vezels. De bewerkingen die Petkova vertolkte, voelden voor hem nieuw en vertrouwd tegelijk.


“Daar, met Bach, is onze liefde begonnen”, zegt de pianiste. “De muziek opende iets. We voelden een enorme verwantschap, ondanks de verschillen: hij was groot, ik klein, hij kwam van de Rijn, ik van de Donau. Al die tegenstellingen vervaagden doordat we in elkaar een extreme gevoeligheid herkenden.”


Overigens kwam de liefde die dag nog niet tot volle bloei. Petkova en De Klerk waren simpelweg te geconcentreerd aan het werk. Bovendien waren ze allebei getrouwd. Het zou nog vier jaar duren voordat ze echt voor elkaar kozen en hij bij haar introk. Zijn familie heeft zijn nieuwe liefde nooit geaccepteerd, met wrede gevolgen, zo zou later blijken.


Maar voorlopig waren de geliefden gelukkig. Ze hadden elkaar en de muziek. Samen maakten ze ontzettend veel mee. Try-outs, cd-opnames, concertreizen. Ze beleefden prachtige, intense jaren, ondanks de steeds brozere gezondheid van De Klerk.


Jubelende recensies

Hun muzikale hoogtepunt was de laatste cd die ze in 2019 opnamen: Feux d’Artifice, preludes van Debussy. “Leo was mateloos geboeid door Debussy. Die zag hij als de vader van de moderne muziek. Tijdens het instuderen hebben we veel over de preludes gesproken. Hij gaf ook advies, hij was ontzettend goed in ritme, in puls. De hele beklimming naar de opname hebben we samen gedaan.”


Tijdens de cd-presentatie in de Kleine Zaal van het Amsterdamse Concertgebouw, in februari 2020, was De Klerk er fysiek zo slecht aan toe dat hij de trap niet meer op kon. Hij luisterde mee vanuit de artiestenfoyer, beneden. Als toegift speelde Petkova de Bach-Prelude van de dag waarop ze elkaar hadden ontmoet. “Achteraf was dat het laatste stuk dat hij van me heeft gehoord”, vertelt ze door haar tranen heen. “Na afloop glunderde hij helemaal. Hij was zó gelukkig. Goed gedaan, meisje, zei hij.”


De cd-recensies waren jubelend, maar de euforie daarover werd overschaduwd toen artsen niet veel later vertelden dat De Klerk nog maar drie maanden te leven had. Een longtransplantatie ging niet meer, zijn lichaam was al te ver gesloopt.


Zelfs in die periode waren er nog geluksmomenten, benadrukt Petkova. “Leo droeg voortdurend een zuurstoffles bij zich. Zijn wereld werd kleiner en kleiner. Maar hij bleef graag autorijden. Zijn favoriete uitstapje was de Vogelweg, een lange rechte weg tussen Almere en Lelystad. Wat is dáár nou aan, zou je denken. Maar we hadden niet veel nodig. We namen een thermoskannetje met koffie mee en haalden onderweg eieren of appels bij een boer. We genoten van het uitzicht op de ontluikende, zilvergrijze abelen. De diagonalen van de bomenrijen, daar ging het om. Voor ons was het een wereldreis.”


Op het laatst, toen hij in het ziekenhuis in bed lag, keken ze door het raam naar de luchten en naar de konijnen en de eksters op het grasveld. Ze luisterden naar Stravinsky, Tsjaikovski of een Cubaans liedje. Ook dat was geluk. “Ik had een opname meegenomen van een heel getalenteerde leerling. Leo was vreselijk enthousiast. Alle dokters en zusters moesten ernaar luisteren. Pas daarna mochten ze bloed bij hem prikken.”


Petkova verzorgde hem tot drie weken voor het einde. “Toen sloten ze het gordijn”, zegt ze met opeengeklemde kaken. De familie liet weten dat Petkova niet langer welkom was in het hospice waar De Klerk inmiddels aan de morfine lag. Ze kreeg ook geen informatie meer over zijn toestand. “Ik heb nog van alles geprobeerd om bij hem te komen”, vertelt ze. “Ik was overal toe bereid om van mijn geliefde afscheid te kunnen nemen. Maar uiteindelijk heb ik ervoor gekozen om het te laten rusten. Ik wilde Leo niet belasten. Het einde leek toen binnen enkele uren of dagen in zicht, maar het zou nog drie weken duren. Het was ondragelijk. Ik hier, hij daar op zijn sterfbed. Toen heb ik een vorm van dood ervaren. Iets in mij stierf af.”


Aus der Tiefen

In haar eenzaamheid stuitte ze op het lied Almost Blue van trompettist-zanger Chet Baker, een melancholieke ballad over roodbetraande ogen, over afscheid. Ze heeft het nummer nog aan haar geliefde opgestuurd, maar weet niet of het is aangekomen. Op 8 september luisterde ze ’s avonds naar de Bach-cantate Aus der Tiefen rufe ich, Herr, zu dir, tot diep in de nacht. “Ergens wist ik dat hij zou gaan. Toen kreeg ik bericht dat hij was overleden.”


De uitvaart volgde. Omdat ze ook daar werd geweerd, hield ze haar eigen ritueel. Zonder het lichaam, met vrienden. En met muziek: Almost Blue en Aus der Tiefen. “De tekst van de cantate klonk als een uitnodiging. Voor mij hoefde het leven niet meer. Ik wilde met Leo mee.”

Petkova zwijgt een tijd. Dan dwaalt haar blik af naar de concertvleugel, een paar meter verderop. Maanden heeft ze niet kunnen spelen, vertelt ze, eigenlijk vanaf de fatale prognose in maart. “Pas begin oktober kwam ik weer naar de toetsen. Ik heb het niet gemist. Blijkbaar is dat een gezonde ingreep van je systeem.”


Nu krabbelt ze langzaam overeind. Na de dramatische ervaringen voelde ze zich lange tijd als ‘dood gras’. Dat beeld heeft ze inmiddels bijgesteld. “Het gras was niet dood, alleen vertrapt. En vertrapt gras vormt een pad waarover je verder kunt. Het wijst je de weg.”


Dus is ze weer voorzichtig aan het spelen. Voorlopig alleen eenvoudige muziek. Laatst kwam een leerling aanzetten met Grieg: Berceuse op. 38, een wiegelied. Prachtig verstild, toverachtig. Petkova studeerde het meteen in. Ze neemt plaats achter de vleugel en speelt het stuk met veel warmte voor.


Aan de Preludes van Debussy is ze nog niet toe. Daar kleven te veel herinneringen aan, en haar vingers zijn nog wat stram. Bach lukt opmerkelijk genoeg al wel, zelfs ‘hun’ Prelude. Ze zet de golvende, voortstuwende melodie in, met een fluwelen klank. Al spelend lijkt ze weg te dromen naar een andere wereld. “Och, het kaarsje is uit”, zegt ze na afloop. “Ik heb het niet eens gemerkt.” Ze steekt snel een nieuw lichtje aan.


Tien jaar bracht ze door met haar Leo. “Achteraf was het zo kort”, zegt ze. “Een ogenblik, een ademtocht. Maar ik ben dankbaar, ik voel me gedragen.” Aan haar nu de taak om hun muzikale erfenis door te geven. En straks als ze weer kan optreden, hoopt ze beter dan ooit de kern van de muziek bloot te kunnen leggen. Het publiek moet rechtstreeks voelen wat zij ervaart. De ongrijpbare essentie wil ze overbrengen, zoals verwoord door haar literaire held Antoine de Saint-Exupéry in zijn beroemde vertelling De Kleine Prins: ‘L’essentiel est invisible pour les yeux, on ne voit bien qu’avec le coeur’ – De essentie is niet zichtbaar voor de ogen, je ziet alleen goed met je hart. Daarom deelt ze ook zo graag haar persoonlijke verhaal over verbinding en veerkracht. “Als er maar één iemand is die er iets aan heeft, waar ook ter wereld, dan is het al de moeite waard.”

 

De nieuwe single Chaconne, een ode aan Tonmeister en componist Leo de Klerk (1958-2020), is verkrijgbaar als CD-single en download in de webshop.


Comments


bottom of page